Home Lezingen Excursies Discussiegroepen Genootschap Historie Lidmaatschap Bestuur Statuten Contact Downloads
kop-afbeelding
Koninklijk Genootschap Physica
Natuur- en Letterkundig genootschap

"Nemo Solus Satis Sapit"
opgericht te Alkmaar in 1782

Lezingen 2020 - 2021

Op 12 april 2021 sprak (digitaal via ZOOM):
spreker
Prof. dr. J.S. (Judith) Pollmann

Professor vroegmoderne geschiedenis

over:

'Waarom duurde de Tachtigjarige Oorlog tachtig jaar?'

Iedereen leert het op school: het moderne Nederland ontstond uit een oorlog die tachtig jaar duurde. Maar waarom moest die strijd eigenlijk zo lang duren? In deze lezing zullen we zien dat dit niet alleen lag aan de Spaanse koning Filips II en zijn opvolgers. Het kwam ook door de manier waarop de Nederlanders hun strijd organiseerden: door samen te werken, geld van hun burgers te lenen, en de oorlogsvoering in dienst van de handel te stellen. Dat was enorm succesvol, maar het had een prijs - het werd bijna onmogelijk om de oorlog te beëindigen. Dat had verstrekkende gevolgen, niet alleen voor de mensen die met geweld moesten leven, maar ook voor het zelfbeeld dat Nederland ontwikkelde. De sporen daarvan zijn nog steeds zichtbaar.

Judith Pollmann is hoogleraar vroegmoderne geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Ze is geïnteresseerd in de historische beleving van verandering, en onderzoekt dat vaak aan de hand van dagboeken en lokale kronieken. Ze publiceerde breed over veranderende religieuze en politieke identiteiten in de zestiende eeuw, en werkt momenteel aan een boek over de Tachtigjarige Oorlog. Een voorproefje is te vinden in de hoorcollegereeks https://www.home-academy.nl/products/de-tachtigjarige-oorlog/. Judith Pollmann is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, en honorair conservator van de afdeling geschiedenis van het Rijksmuseum. Samen met collega's Marnix Beyen en Henk te Velde schreef ze De Lage Landen. Een korte geschiedenis, dat in april verschijnt bij Ons Erfdeel vzw.

Op 1 maart 2021 sprak (digitaal via ZOOM):
spreker
Prof. dr. B. (Barbara) Franke

Professor genetica

over:

'Psychiatrische aandoeningen - sociale constructies of biologische entiteiten? ADHD als een voorbeeld'

Aandachtstekort/hyperactiviteit stoornis, oftewel ADHD: (bijna) iedereen kent het, en (bijna) iedereen heeft er een mening over. ADHD wordt vaak gediagnosticeerd bij kinderen en is een van de meest omstreden psychiatrische aandoeningen die we kennen. Een veel gehoord vooroordeel is dat ADHD een 'gril' is van onze moderne maatschappij - maar is dat echt zo?
ADHD is bij kinderen een van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen, maar het blijft ook bij veel volwassenen nog aanwezig. In deze lezing zal ik ingaan op onderzoek naar de biologische oorzaken van psychiatrische aandoeningen, ADHD daarbij als voorbeeld nemend. Ik zal bespreken, hoe dit onderzoek wordt gedaan en wat de resultaten ons kunnen vertellen over de biologische architectuur van ADHD en andere psychiatrische aandoeningen.
Zoals de meeste psychiatrische aandoeningen is ook ADHD sterk erfelijk bepaald, maar het opsporen van de betrokken genen is een complexe taak. Het 'ADHD-gen' bestaat namelijk niet, iedere persoon met ADHD heeft waarschijnlijk een meer of minder groot aantal milde genetische varianten, die samen zijn/haar aandoening veroorzaken. Om deze varianten op te sporen, werken we internationaal met grote groepen wetenschappers samen. Ik zal data laten zien van genetisch onderzoek bij meer dan 20.000 personen met ADHD en 35.000 personen zonder ADHD. In dit onderzoek werden de eerste genetische varianten gevonden, die het risico op ADHD verhogen. Ik zal laten zien, hoe we uit de resultaten van dit onderzoek informatie kunnen extraheren over de biologische processen, die bijdragen aan het ontstaan van ADHD. Dit doen we op basis van 'in silico' bioinformatica onderzoek en met behulp van onderzoek bij model organismen. In mijn lab werken wij daarbij met de fruitvlieg Drosophila melanogaster. Uit dergelijk onderzoek blijkt dat de hersenen zich mogelijk licht anders ontwikkelen bij mensen met ADHD dan bij mensen zonder ADHD. Dit hebben we ook kunnen bevestigen met behulp van magnetic resonance imaging (MRI) onderzoek, zoals ik zal bespreken.
Aan het einde van de lezing zal ik terugkomen op de titel van mijn lezing en vraag proberen te beantwoorden, of ADHD en andere psychiatrische aandoeningen sociale constructies of biologische entiteiten zijn.

Barbara Franke is Professor voor Moleculaire Psychiatrie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, geaffilieerd aan de afdelingen Genetica en Psychiatrie van het Radboudumc. Zij is daarnaast ook een onderzoeksleider (PI) bij het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour in Nijmegen. Bij het Radboudumc is zij het hoofd van de sectie Genome Research bij de afdeling Genetica en de voorzitter van het Radboud Research Theme 'Neurodevelopmental Disorders'.
Geboren en getogen in Duitsland, voltooide zij haar studie Biologie in Giessen (Duitsland) en Utrecht (Nederland). In Utrecht verkreeg ze ook haar PhD in moleculaire signaaltransductie, waarna zij begon aan de Radboud Universiteit. Barbara's onderzoek focust zich op het begrijpen van de genetische bijdrage aan psychiatrische kenmerken en aandoeningen, in het bijzonder de ontwikkelingsaandoeningen met een vroege onset (zoals ADHD). Naast genetisch onderzoek maakt ze ook gebruik van een pallet aan technologieën, zoals bioinformatica, verschillende modellen, en neuroimaging op basis van MRI) voor het ontrafelen van de betrokken biologische processen van gen tot ziekte. Barbara ontving prestigieuze onderzoek subsidies waaronder een persoonlijke NWO Vici beurs en verschillende EU consortium subsidies. Internationale samenwerking is altijd een sterke motivator geweest voor Barbara's werk; zij is de oprichter en coördinator van IMpACT (International Multicentre persistent ADHD Collaboration) en het ECNP netwerk "ADHD across the Lifespan", medeoprichter van het neuroimaging en genetica consortium ENIGMA, en ze leidt de ENIGMA ADHD werkgroep en de ADHD werkgroep van het Psychiatric Genomics Consortium (PGC). Sinds 2018 is zij bestuurslid van de International Society of Psychiatric Genetics (ISPG). Barbara werd gekozen tot lid van de Koninklijk Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), de Koninklijk Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) en Academia Europaea. In 2019 verkreeg ze twee ereprofessoraten, één aan de Goethe Universiteit in Frankfurt am Main (Duitsland) en één aan de Universiteit van Aarhus (Aarhus, Denemarken). In 2019 werd zij ook benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Op 1 februari 2021 sprak (digitaal via ZOOM):
spreker
Prof. dr. M. R. (Marco) de Baar

Algemeen directeur/wetenschappelijk directeur van het instituut Differ

over:

"De weg naar kernfusie"

Over 5 jaar verwacht ITER, het grote kernfusie experiment dat nu wordt gebouwd in Zuid Frankrijk, haar eerste testpuls te verrichten. Daarna moet ITER binnen 8 jaar de condities bereiken waarbij tien keer zoveel vermogen wordt geproduceerd door de kernfusiereacties als moet worden bijgestookt door externe verhittingssystemen. In deze presentatie wordt uitgelegd wat kernfusie is en onder welke condities kernfusie kan plaatsvinden. Met magneetvelden wordt de hete kernfusiebrandstof (het zogenaamde plasma) opgesloten. Welke uitdagingen zijn er om het plasma effici&eum;nt te verhitten tot een temperatuur van 200 miljoen graden, en wat gebeurt er bij hoge plasmadruk? Waarom is het eigenlijk zo moeilijk? De Europese kernfusieroadmap, de rol van het experiment ITER en de demonstratiereactor DEMO daarin zullen worden toegelicht. Ook komt aan de orde hoe lang het zal duren voordat fusie een bijdrage kan leveren aan de energiemix. Moderne regeltechniek wordt ingezet om de zeer complexe fysica van het fusieplasma te gebruiken om tot efficiënte opsluiting te komen en om plasmainstabiliteiten in bedwang te houden. Een andere uitdaging betreft de reactorwand: deze wordt blootgesteld aan enorme warmte-, en deeltjesfluxen. Er moeten materialen en concepten worden ontwikkeld die dat kunnen weerstaan en er moeten onderhoudsconcepten worden ontwikkeld voor de grote verscheidenheid aan complexe reactorcomponenten. DIFFER beschikt over een wereldwijd unieke faciliteit waarin materialen voor fusiereactoren kunnen worden getest onder reactorcondities. Daarnaast participeerde DIFFER in de ontwikkeling van grote ITER systemen en ontwikkelde daarvoor het onderhoud met grote robots.

Marco de Baar is natuurkundige (gepromoveerd 1999) en kernfusiespecialist. Hij was 6 jaar het hoofd van de Nederlandse kernfusieonderzoek. Tevens is hij deeltijdhoogleraar aan de TU/e, waar hij zich richt op de actieve regeling van de fusiebrandstof. Sinds 1 juli is hij de directeur van het NWO instituut DIFFER.

Op 4 januari 2021 sprak (digitaal via ZOOM):
spreker
Prof. dr. ir. H. F. J. (Huub) Savelkoul

Hoogleraar Immunologie

over:

"Voedselallergie en intolerantie: mythes en mechanismen"

De mens dankt zijn gezondheid voor een belangrijk deel aan zijn immuunsysteem en voor een optimale gezondheid is een optimaal immuunsysteem dus essentieel. Het bepaalt de weerbaarheid tegenover stresssituaties en ziekteverwekkers. Dat is des te belangrijker in de jongste levensfase maar ook wanneer men ouder wordt. De laatste jaren zijn de inzichten in het immuunsysteem en de vele interacties met de voeding sterk toegenomen. Iedereen kent wel iemand met een allergie, meestal hooikoorts, soms astma, maar steeds vaker ook voedselallergie. Bij voedselallergie wordt een reactie opgewekt tegen onschuldige voedingsstoffen, zoals tegen melk, ei, vis, schelpdieren, pinda en noten, waarbij een dergelijke reactie niet hoort op te treden. Deze (onterechte) afweerreactie van het lichaam uit zich in klachten zoals buikpijn, diarree, galbulten, eczeem, en astma. Deze symptomen treden vaak al op bij baby's maar ook steeds meer bij schoolgaande kinderen en pubers. Na een eerste contact (sensibilisatie) kan er op een willekeurig moment een plotselinge ernstige reactie en chronische ontsteking optreden na blootstelling aan slechts een klein beetje van het voedingsmiddel. Soms groei je over deze allergie heen, soms blijft de allergie het hele verdere leven bestaan. Naast voedselallergie bestaat er ook voedselintolerantie en pseudoallergie waarbij de reacties ook snel optreden en sterk op een allergie lijken maar het onderliggende mechanisme anders is. Behandeling van allergische patiënten is vaak uitsluitend gebaseerd op vermijding van het contact met het (bekende) allergeen of medicamenteuze behandeling van de allergische symptomen. Ons onderzoek laat ook zien dat we bekende allergenen in voedingsmiddelen kunnen worden uitgeschakeld door ze te verwijderen via (bio)chemische zuivering, voedselprocessing (verhitting, bestraling, ultrasoon geluid, filtratietechnieken), of via genetische veredeling, selectie of modificatie van productiegewassen. Blootstelling aan dergelijke voedingsmiddelen leidt dan tot verminderde allergeniciteit en kan resulteren in het verdwijnen van allergische symptomen (tolerantie). Een betere kennis van deze processen en hun onderliggende werkingsmechanismen kan leiden tot immunomodulatie waardoor het optreden van allergie op een doeltreffende en persisterende wijze kan worden voorkomen.

Huub Savelkoul studeerde Biologie met als specialisaties biochemie, celbiologie, genetica en immunologie. Hij liep stage aan het 'Weizmann Institute of Science', Rehovot in Israël (1981). Zijn promotie onderzoek verrichtte hij aan de afdeling Immunologie van de Erasmus Universiteit in Rotterdam (promotie 1988, cum laude). Hij kreeg in 1989 de Onderzoekprijs van de Erasmus Universiteit. Van 1988 tot 1990 was hij postdoctoral fellow aan het DNAX Research Institute of Molecular and Cellular Biology, in Palo Alto in California. Hij was universitair docent en hoofddocent aan de afdeling Immunologie in Erasmus Medisch Centrum Rotterdam en is vanaf 2000 hoogleraar en hoofd van de afdeling Celbiologie en Immunologie van Wageningen Universiteit. Hier geeft hij leiding aan zo'n 50 onderzoekers, stafleden, promovendi en postdoctoral fellows, gastmedewerkers en studenten. Hij ontving diverse prijzen voor zijn onderwijs en werd 'Teacher of the Year' van Wageningen Universiteit. Hij heeft bijzondere aandacht voor de interactie tussen voeding, het immuunsysteem en gedrag en is een veel gevraagd spreker over deze onderwerpen in binnen- en buitenland. Hij is actief bij post-academisch onderwijs en recent heeft hij bijdragen geleverd aan de 'Universiteit van Nederland' (zie YouTube). Hij heeft bijzondere aandacht voor de interactie tussen voeding, het immuunsysteem en gedrag. Hij is lid van diverse wetenschappelijke organisaties, de Gezondheidsraad, en is voorzitter van de Stichting Astmabestrijding. Hij heeft meer dan 400 wetenschappelijk artikelen geschreven. Hij was en is ook nu coördinator van een aantal grote (internationale)projecten gefinancierd door EU en NWO, en in samenwerking met bedrijven. Hij is lid van de editorial board van diverse vaktijdschriften en lid van diverse beoordelingsgremia binnen NWO en EU, is voorzitter van de Stichting Astma Bestrijding en is lid van de Gezondheidsraad.

Op 7 december 2020 sprak (digitaal via ZOOM):
spreker
Prof. dr. A. J. M. (Ad) van Wijk

Hoogleraar Future Energy Systems aan de Technische Universiteit Delft

over:

"Waterstof, de sleutel voor een duurzame energievoorziening"

In 1874 schreef Jules Verne in zijn boek 'The Mysterious Island' het al. "Ja mijn vrienden, ik ben er van overtuigd dat water op een dag als brandstof zal worden gebruikt en dat waterstof(...) een onuitputtelijke bron van warmte en licht zal vormen!" Hij was een visionair maar krijgt het nu toch bij het rechte eind. Maar waarom nu pas, en welke rol gaat waterstof dan spelen in een duurzaam energiesysteem? Waterstof, net zoals elektriciteit, is namelijk geen energiebron maar een energiedrager, maar waarom hebben we die energiedrager nodig? De belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen 5-10 jaar is dat elektriciteit opgewekt met zonnepanelen of windturbines op plekken waar de zon goed schijnt of de wind hard waait, heel goedkoop is geworden. We kunnen nu op die plekken voor 1-2 Eurocent per kWh elektriciteit produceren en dat is veel goedkoper dan met kolen, olie of gasgestookte centrales. Maar de plekken waar de zon hard schijnt of de wind hard waait liggen ver van waar we wonen en werken. In woestijngebieden heb je namelijk de hoogste zonne-instraling en bovendien de ruimte om zonnepanelen te plaatsen. Meer dan genoeg ruimte, want met 8% van de Sahara woestijn vol met zonnepanelen, produceer je genoeg energie voor de hele wereld. De uitdaging is nu om deze goedkope zon- en wind elektriciteit te kunnen brengen naar de juiste plaats voor gebruik op het juiste moment. En daar komt waterstof om de hoek kijken, want grootschalig transport over grote afstanden en opslag van waterstof is namelijk vele malen goedkoper dan transport en opslag van elektriciteit. In de lezing ga ik in op deze systeem rol van waterstof en hoe waterstof kan worden gemaakt, vervoerd, opgeslagen en gebruikt.

Ad van Wijk is part-time Professor Future Energy Systems at TU Delft, the Netherlands. He is guest professor at KWR Water Research Institute to develop and implement the research program Energy and Water. He is special advisor to Hydrogen Europe, representing European industry, national associations and research centers to develop European hydrogen policies with the EU commission. He is hydrogen ambassador at the 'New Energy Coalition' to realize the green hydrogen economy in the Northern Netherlands. And he holds several advisory and supervisory board positions.
Van Wijk has studied physics and did his Ph-D on Wind Energy and Electricity Production at Utrecht University in the Netherlands. He worked as an Researcher and Associate Professor, between 1983 and 1997 in the Department of Science, Technology and Society at Utrecht University.
In 1984, van Wijk founded the company Ecofys, which eventually grew into Econcern. Econcern developed many new sustainable energy products, services and projects. Examples include the 120 MW offshore wind farm Princess Amalia in the North Sea, several multi-MW solar farms in Spain, a solar cell manufacturing plant Solland and a bio-methanol plant in the Netherlands.
Since 2011 van Wijk is appointed as professor Future Energy Systems at TU Delft. His research focus on the energy systems of the future. Especially he will do research on hydrogen energy systems and fuel cell cars and has realized 'the Green Village' at the TU Delft campus.
Van Wijk achieved many important prizes for excellent entrepreneurship. Amongst others he was Dutch entrepreneur of the year in 2007 and Dutch top-executive in 2008. Van Wijk was honored by KWR, by appointing him Honorary Fellow in 2018.
Van Wijk has published many books, scientific articles and reports. Amongst others
'How to boil an egg', 2011 ISBN: 978-1-60750-989-9,
'Welcome to the Green Village', 2013 ISBN 978-1-61499-283-7,
'Our Car as Power Plant' 2014 ISBN 978-1-61499-376-6,
'3D printing with biomaterials', 2015 ISBN 978-1-61499-485-5,
'The Green Hydrogen Economy in the Northern Netherlands', 2017 ISBN 978-90-826989-0-9,
'Solar Power to the People', 2017 ISBN 978-1-61499-832-7 (online)
'Hydrogen, the key to the energy transition', 2018 article in book
'Hydrogen, the bridge between Africa and Europe', 2019 article in book
'A North Africa - Europe Hydrogen Manifesto', 2019 DII desert energy report
'Green Hydrogen for a European Green Deal; A 2x40 GW Initiative', 2020 ISBN 978-90827637-1-3
All these publications can be downloaded from his website www.profadvanwijk.com Follow Ad van Wijk at twitter @advanwijk or via his website